Sinds april van dit jaar werk ik niet alleen als beweegcoach voor mijn bedrijf Move 4 Your Life – Beweegcoaching. Nee, ik heb ook de eer om bij de Zorggroep ENA als beweegcoach met zorgmedewerkers, vrijwilligers, familie en bewoners te mogen werken.

Vanuit het nationale programma Waardigheid en Trots werk ik bij hun drie locaties in Voorthuizen, Scherpenzeel en Barneveld.

In het begin was het zoeken. Waar liggen de behoeften als het gaat om bewegen? In het ene huis gaat het veel meer om de beweging te realiseren tijdens de algemene dagelijkse levensbehoeften, in het andere huis willen de dames en heren lekker bezig zijn met gym. “Sporten dan wel te verstaan. […] Geen bejaardengym. Wat dat is toch een potje saai.” En fietsen we dus met de grondfietsjes virtueel naar Garderen, Kootwijk, Voorthuizen en omgeving. We hebben we het over vroeger en lachen er goed bij.

De medewerkster waar ik dit mee doe stond in het begin perplex wat de bewoners eigenlijk allemaal nog kunnen. Benen, armen, boven- en onderlijf, alles wordt ingezet. En ze genieten ervan! Sommige bewoners duiken voor de gein weg in hun rolstoel als ze me zien aankomen. “Ohhhh. Daar heb je Babette de beweegcoach, we moeten weer!” Dan lachen we samen een potje en gaan we weer hard aan de slag om de spieren te trainen.

Vergeten te bewegen en saaie bejaardengymOp een gegeven moment kreeg ik ook bewoners van de psychogeriatrische afdeling (deze mensen wonen voor hun eigen veiligheid ‘gesloten’) bij de sessie. Tijdens die sessie heb ik voor het eerst een traantje moeten wegslikken. Een demente bewoner (ik houd het neutraal ivm de AVG eisen) die niet meer praat, en opgesloten lijkt in het lichaam, ving en gooide de bal tijdens een spel! Ik snapte opeens echt waarom mensen de zorg in gaan. Het kwartje viel. Deze bewoners. Samen ‘weggestopt’ in een huis. Voor het grootste gedeelte van de dag slapend in hun stoel. Die gun je toch gewoon alle waardigheid en trots van de hele wereld? En wat meer beweging. Activering, geluk en positivisme.

Laatst las ik een artikel in de Volkskrant. Over dementie. Een vrouw die in een verpleeghuis zat, waar alleen de kinderen zo af en toe langskwamen. Maar toen ze overleed en begraven werd, zat de hele kerk vol met mensen die nooit meer waren langs geweest sinds de opname.

Wat moet dat hebben veroorzaakt bij de vrouw zou je denken? Ach, ze weet het toch niet meer.

Nou. Ik kan je zeggen: mensen hebben het drommels goed in de gaten. Zeker op, maar ook zeker na het moment dat de familie na veel vijven en zessen de stap zet om hun dierbaren naar een verpleeghuis te brengen. Omdat het écht niet meer gaat. Dan zijn mensen vaak nog goed of ze hebben hele heldere momenten waarop ze intens verdrietig kunnen zijn dat ze daar zitten.

Afgelopen week raakte mijn werk als beweegcoach mij (het werk brengt mij overigens iedere dag een lach en/of een traan) en welden de tranen achter mijn ogen op. Een nieuwe bewoner op de ‘gesloten’ afdeling (m/v). Leeftijd van onze ouders. Begin 70. Zo kwiek en jong nog. Goede (geen gekke) gesprekken mee te voeren.

Stel je jezelf eens voor. Op die leeftijd. De hele dag zittend tussen mensen die vooral moe zijn en waarvan er een aantal niet meer loopt of actief is. En je mag opeens niet meer zelfstandig de deur uit.

Mijn beweegsessie sloeg bij mij in als een bom die dag.

Ik kreeg me toch een boost en een extra dosis motivatie! Én de hoop dat ik met deze bewoner extra aan de slag kan met een goed potje krachttraining. Ik moet en zal die hersenen prikkelen. Zodat hij uitgesteld wordt, die rotziekte. En dan maar hopen dat de lol in het leven blijft bestaan bij deze bewoner.